Wat is het verschil tussen conventionele en adresseerbare brandbeveiliging?

Wat is het verschil tussen adresseerbare en conventionele brandbeveiliging?

Binnen de verschillende systemen voor brandbeveiliging onderscheiden we twee grote categorieën. Naast de conventionele hebben we de adresseerbare brandbeveiligingssystemen. Beide systemen werken met een brandcentrale die de alarmsignalen afkomstig van detectoren of drukknoppen verwerkt en de sirenes of meldingen naar de meldkamer aanstuurt. In deze blog bekijken we de belangrijkste verschillen tussen conventionele en adresseerbare brandbeveiliging. 

 Wat zijn conventionele brandbeveiligingssystemen?  

Conventionele brandbeveiligingssystemen verdwijnen stilaan. Ze zijn vooral van toepassing voor kleinere systemen. Conventionele brandbeveiliging functioneert op basis van bekabelde lussen met maximum 32 rookmelders per lus.  

 Deze lussen worden doorheen het gebouw aangelegd, waarbij rekening wordt gehouden met een aantal specifiek voorwaarden. Zo mag één lus slechts één verdieping, een bepaalde maximale oppervlakte of één brandwerend compartiment omvatten. 

 Wanneer een detector op een lus een brandsignaal geeft, dan weet de brandcentrale niet exact om welke detector het gaat. De centrale weet alleen welke lus het betreft. Dat is meteen de reden waarom er in dit systeem indicatielampen boven de deuren vereist zijn. Alleen zo weet je achter welke deur een eventuele brandhaard zich bevindt. We spreken hier over vrij eenvoudige en goedkopere systemen.  

 Conventionele brandbeveiliging vereist zeer veel bekabeling. Bij een kabelbreuk werken de detectoren achter de breuk niet meer. 

 Wat zijn adresseerbare brandbeveiligingssystemen?  

Bij adresseerbare beveiliging heeft elke detector een individueel adres. De bekabeling wordt aangelegd in één grote lus die zich niet beperkt tot één verdieping of één brandwerend compartiment. Deze lus kan bovendien veel grotere oppervlakte omvatten. Alle componenten waaronder rookdetectoren, waarschuwingsknoppen, sirenes,… worden op dit netwerk aangesloten. Bij een kortsluiting of draadbreuk op dit netwerk gaat er maximum één functie verloren. Er kunnen tot maar liefst 126 componenten op één net geplaatst worden.  Op een centrale kan je tot 16 netten of lussen aansluiten en mocht dit nog onvoldoende zijn dan kan je meerdere centrales met elkaar koppelen zodat je een zeer schaalbaar systeem krijgt dat van klein tot zeer groot kan doorgroeien. 

 Bij een alarmsignaal weet het herhaalbord van de alarmcentrale meteen gericht waar het probleem zich bevindt. Elke detector kan je een duidelijke naam geven die meteen naar de specifieke locatie verwijst.  

 Een adresseerbare brandbeveiliging is een veel intelligenter systeem. Zo is het mogelijk om de detectoren eventuele rook of een temperatuurtoename te laten meten en te analyseren, terwijl uiteindelijk de alarmcentrale bepaalt of dit voldoende is voor een alarmering. Afhankelijk van de specifieke situatie waarin de detectoren zich bevinden, kan je bijvoorbeeld in een stofrijke omgeving een ruisniveau instellen of programmeren dat er minstens twee detectoren een alarm moeten generen voordat de centrale dit als alarm doorgeeft. Deze flexibele instellingsmogelijkheden doen het aantal valse alarmmeldingen fors dalen.  

 Een adresseerbaar systeem werkt bovendien veel kostenefficiënter. Zo is het mogelijk om de rookdetectoren pas te vervangen wanneer deze effectief vervuild zijn. In vergelijking met een conventioneel systeem heb je de mogelijkheid om de vervuilingsgraad van de detectoren te meten, terwijl je anders een kortere vervangingsfrequentie moet volgen. 

 Meer weten over de verschillen tussen conventionele en adresseerbare brandbeveiliging? Contacteer de specialisten van Watchguard Security.